Tussen 1970 en 1978 was ik – onder ons gezegd – werkzaam bij een bank, een financiële instelling, een organisatie waar, dag-in-dag-uit, pogingen in het werk werden gesteld om de core business uit te voeren: het verkopen van grotendeels overbodige financiële producten aan bestaande en nieuwe klanten, zonder dat ze daarom hadden gevraagd, maar die alleen waren bedoeld om mensen op kosten te jagen en te plukken. Banken, ook de Triodos en de ASR, we hadden ze ooit nodig om een hypotheek af te kunnen sluiten, om spaargeld renderend weg te zetten en om ‘vreemde valuta’ op te nemen voor de buitenlandse vakantie. Ooit hadden die banken filiaaltjes staan in elk dorp en gehucht en vaak ging dat gepaard met een merkwaardig soort status van het bankierend personeel. Banken waren altijd organisaties die de kleine man naaiden en de multinational bevoordeelden, met tarieven, met financiële stroop en met een forse hoeveelheid lulkoek. Van binnenuit waren banken bovendien feodale werkgevers met zuinige CAO’s en een enge bedrijfscultuur, in mijn geval vormgegeven door een toenmalig akelig typetje afdelingshoofd met een obscuur, controlerend tuurbrilletje. Het grootste deel van het verdiende geld ging ook toen al op aan bonussen en andere remuneratieve gratificaties in de upperpersonele sfeer.
Om een lang verhaal wat in te korten, wij zijn klaar met de banken en op dit moment is mijn vriendin een grote sok aan het breien, waar binnenkort onze spaarcentjes in verdwijnen. Daarvoor schaffen wij verder nog een klein kluisje aan, dat ik op een geheime plek in ons huis met vier zware bouten aardbevings- en roofmoordbestendig vastschroef, met aanvullend nog een 220 Volts-stroombeveiliging en een camera met bewegingssensor, geheel afgegrendeld met een cijferslot dat uit niet minder dan 28 tekens bestaat en waarvan ik de samenstelling nauwlettend opsla in een met wachtwoord beveiligd Word-document op mijn standalone PC, waardoor elk contact met de buitenwereld volstrekt is geblokkeerd en elke vorm van spoofing, pharming, phishing en smishing is uitgesloten. Slechts in geval van hevige watersnood, volgens het jongste klimaatrapport van de VN ergens rond 2.100, moet ik tijdig zorgen voor vervanging, maar dat combineer ik dan met de bouw van een ark, die ik al in 2016 op deze plek heb aangekondigd en waarvan de plannen een update krijgen. Morgen volgt het telefoontje met de bank, waarin ik de dispositie van mijn saldo aankondig, waarna ongetwijfeld een spoedvergadering op het hoofdkantoor te Amsterdam zal worden belegd om de landelijke consequenties van deze persoonlijke bankrun te bespreken. Voor het reguliere betalingsverkeer resteert nog een afspraak met mijn uitkerende ABP-instantie in Heerlen, waar ik een afspraak hoop in te plannen voor de periodieke, en vanaf heden contante afdracht van mijn pensioentegoeden en leggen wij maandelijks een contantenpotje aan voor de nooddruftige dagelijkse behoeften bij de buurtsuper. En ook al zie ik een dertigtal pietluttig kleine periodieke zaakjes over het hoofd, wij zijn bijna geheel voorbereid op onze nieuwe, bankloze toekomst. Bij toekomstige financiële behoeften kloppen we tegen die tijd aan bij het fenomeen kapitaalmarkt, die volgens insiders binnenkort volledig in de cloud opereert en waar de geldkraan voortdurend bankbiljetten genereert, schoon, witgewassen en voorzien van een bonus, conform het algemeen financieel beleid uit Brussel.
Het zijn bizarre tijden.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Hee Roel
Heb je nog steeds aandelen in banken en het geld al terug van Ice-save? Je had er in het verleden toch behoorlijke ervaringen mee opgedaan (!?)