Oktober staat bij mij in het teken van diepe emoties. De eerste twee weken van deze herfstmaand zit ik nog wel eens in een mentaal dipje, die z’n oorsprong heeft in de gebeurtenissen van 25 jaar geleden. In oktober 1999 overleed m’n zoontje Thomas, na een kansloze poging van bijna negen jaar om te leven, te bestaan, waarbij wij dag en nacht in de weer waren om te helpen bij die immense overlevingstocht. Het was een missie die, zo bleek achteraf, vanaf de eerste minuut gedoemd was te mislukken, omdat de essentiële voorwaarden voor een kansrijke ontwikkeling ontbraken.
Dat wisten wij de eerste maanden en zelfs de eerste jaren nog niet. Stad en land reisden we af, ziekenhuis in, ziekenhuis uit, met het kleine mannetje op de arm, de scan in, de mri uit, de onderzoekstafel op. Hij was onderwerp van gesprek op een aantal medische faculteiten, hij was een interessant item als studieobject, want de afwijking van ons ventje, vlak onder zijn zo mooie volle haardos, stond nog niet beschreven in de boeken van de heren medici en specialisten. Zelfs Jomanda kon in die tijd niets voor hem betekenen, want in je radeloosheid onderneem de meest malle fratsen, terwijl mijn eigen nuchterheid, gekoppeld aan een realistische blik op het leven vrijwel nooit het regulier menselijk denken ontsteeg. Daar ben ik in die jaren anders over gaan denken, nog steeds met de poten in de klei, maar met een groeiende ontvankelijkheid voor andere ongrijpbare, bovenaardse elementen.
Thomas bivakkeert nu al 25 jaar tussen de sterren en een enkele keer is er contact, zie ik herinneringen en beelden in een andere dimensie voorbijkomen. Deze week zat ik een tijdje bij z’n grafje, liet ik nog eens de dingen van toen de revue passeren, en heb ik hem nog even toegesproken in de vaste overtuiging dat ik hem ooit nog eens kan vasthouden om via een bovenaards vader-zoongesprek de dingen her te beleven. Een kwart eeuw geleden namen we afscheid van hem, samen met al die fantastische mensen die hem hebben gekend, hem hebben verzorgd en vertroeteld. Al die prachtige mensen hielpen ons bij het acceptatieproces, waarbij we met ons vieren hebben gezorgd voor een zo draaglijk mogelijke periode van ons eigen leven en dat van hem, ook vanuit de wetenschap dat hij de vluchtigheid van een vlinder zou symboliseren. Herinneringen passen voor eeuwig bij oktober en in zo’n tijd is er even geen gelegenheid voor de banale zaken van de idioterie die wereld heet. Afstand nemen, relativeren en beschouwen zijn activiteiten die in deze tijd van het jaar altijd zullen leiden tot het onlosmakelijke besef dat we hier toch eigenlijk maar als een stel idioten op een maffe aardkloot ons zeer tijdelijke bestaan lopen te verzieken. Volgende week maakt die relativering uiteraard weer plaats voor de platte, alledaagse humbug en dan ga ik weer met graagte en vertrouwen vooruitkijken naar de aanstaande val van Schoof I.
Nu even niet, deze week overheersen nog andere gevoelens, andere waarden en blijf ik nog even terugkijken, een beetje omhoog ook en tijdens die verkenning kwam daar die geweldig mooie en zeldzame komeet Tsuchinshan Atlas voorbij. Die aanblik maakt ons als mens, als Nederland, als planeet nog veel kleiner en samen met de onuitwisbare herinneringen kom ik deze week wel door.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie