De wereld is compleet online. Het echte leven is gestorven en het weer werkt van harte mee aan deze metamorfose van ons bestaan. Dagelijks vraag ik me tientallen keren af hoe dat gaat binnen al die huishoudens, waar hij en zij naast elkaar aan de keukentafel of hooguit een kamertje verder de dagelijkse dingen moeten doen, activiteiten die kortgeleden nog leuk, veilig en op afstand werden uitgevoerd. Talrijk zijn de medeburgers die nu al akelig door de mand zijn gevallen omdat ze altijd fors opgaven van hun kwalitatief rijkgevulde kantoorbaan, die nu, bij nadere thuisbestudering, uit niet meer bestaat dan het gezever met wat macro’s in Excel, aangevuld met een vaag wekelijks adviesje naar de directie over de stagnerende omzetcijfers. Hoe vaak is het nou de kids al opgevallen dat mams toch wel vaak googelt op de jurkjes van Zalando en hoe lang houden deze verhoudingen aan het thuisfront nog stand, voordat irritatie en ergernis resulteren in woordenwisselingen, scheldpartijen en meer? Hoeveel heimelijke kantoorrelaties zijn er inmiddels naar de knoppen, omdat die steelsgewijze avontuurtjes door de corona-praktijk eveneens een zachte en anonieme dood zijn gestorven?
Intussen is ‘t best leuk om een paar weken lang zelf zwaar ambachtelijk pittenbrood te bakken of een fruitige ovenschotel te bereiden met exotische ingrediënten. ’t Heeft wel wat om met het gure weer nog een legpuzzel van Jan van Haasteren op tafel te gooien of om ’t brein wat impulsen te verschaffen via een viersterrensudoku, maar straks, over twee of drie weken, als we nog steeds midden in de prut zitten, wat doen we dan? Ik stop in elk geval met online boodschappen doen, althans voor zover dat de bezorging betreft, en daar lag de volgende anekdote aan ten grondslag:
Vorige week hadden wij online boodschappen besteld bij de lokale Plus-markt, een experiment, inclusief bezorging voor 6 euro. Op vrijdag, exact om 1700 uur, stond de Plus-bus voor de deur, even pontificaal als asociaal geparkeerd door, laat ik ’m Achmed noemen, een norskijkende, zwaarbesnorde Turk van een jaar of vijftig die deze klus op het oog niet geheel vrijwillig op zich had genomen. Tja, op nummer 19A moesten twee kratten worden bezorgd en als je dan logistiek de zaken op een rijtje hebt, bevinden deze exemplaren zich aan de achterzijde van de laadruimte, een kind kan de was doen. Niet minder dan negen grote kratten moest Achmed uitladen of opzij schuiven alvorens mijn bestelling met enige agressie op ‘t erf te kunnen smijten, waarbij zijn gezicht elke twee seconden chagrijniger werd, een verschijnsel dat nog eens werd versterkt toen hij erachter kwam dat er drie in plaats van twee kratten op de kassabon waren gezet, waardoor een uiterst complex en inmiddels knap verfrommeld retourformulier uit de auto werd gehaald, gevolgd door de zwaarmoedig, snibbig geformuleerde en binnensmonds gemummelde opdracht: ‘naam en bankrekeningnummer invullen’!, onderwijl een hopelijk niet-besmette balpen toewerpend. Daarna ging uiteraard de pinbetaling tweemaal volkomen de mist in en na deze tijdrovende transactie heeft vriend Achmed nog een minuut of vijf voor m’n huis staan roken, ronken en rommelen, alvorens de volgende bestelling af te gaan leveren. Dit was onze eerste en tevens laatste bezorging van voedsel, want zoveel onkundig gehampel kan ik niet aan. Een min voor de Plus dus, vooral toen bleek dat vier artikelen niet waren geleverd en de drie bestelde winterpenen waren vertaald naar 3 kilo.
Je leert elk dag, zeker in crisistijd, waarin we met de tong op de schoenen dagelijks na 14.00 uur de RIVM-website openen, vanuit de vurige hoop dat het aantal dado’s wat gedaald is. Volgende week wordt het echt lente en dan moeten we met z’n allen aan de slag om deze wereld een harde reset te bezorgen. Daar heb ik al flink wat ideeën over.
See you.
> met nog een leuke sketch van Koot en Bie, altijd de tijd vooruit <
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie