Toen ik gisteren bij de buurtsuper een zak aardappelen kocht en op het etiket las dat het ging om een type tamelijk vastkokend wist ik zeker dat we weer een nieuwe fase in de consumentengekte hadden bereikt. Tamelijk vastkokend, een soort middenweg voor degenen die niet kunnen beslissen tussen vast of kruimig, voor twijfelaars die niet weten hoe ze de stamppot andijvie moeten bereiden, voor sukkelaars die geen knopen kunnen doorhakken of zijn blijven hangen in de fase van de gebakken piepers, die uiteraard vast moeten zijn, maar dan acht minuten voorgekookt met iets zout. Een tikkeltje kruimig is waarschijnlijk de volgende variant, en dat vinden we blijkbaar normaal. De maatschappelijke gekte bereikt allerlei hoogtepunten de laatste tijd, zeker als het gaat om de horeca, waar zonder blikken of blozen prijzen worden gevraagd die je in ver vervlogen tijden nog wel eens kreeg voorgeschoteld in peseta’s, lires of drachmen, maar nu in harde euro’s, zoals een voorafje van zes stukjes brood met een dipje voor € 8, een biertje voor € 6,00 of een maaltijdsalade voor €18,50, waarvan je met de altijd aanwezige calculator al snel weet dat er voor maximaal € 1,95 aan sla en tomaatjes zijn in gepleurd. Zijn we gek geworden in voedselland? Een vriend vertelde me vandaag dat z’n zoon in een eetcafé € 36,50 had betaald voor een T-bone steak van god-mag-weten-hoeveel-pond en daar kun je dan wel 32 vragen over stellen, niet alleen aan de horeca trouwens.
De prijzen rijzen dus de pan uit, met dagelijks discussies over de schuldvraag van Poetin en zijn afzwakkende consorten. In het journaal van gisteren kwam een colonne aan FNV-bestuurders voorbij die allemaal de tien procent loonsverhoging van de NS willen meesnoepen in de eerstvolgende CAO, want dat lijkt de enige oplossing voor het inflatieprobleem, maar – en da’s vervelend – als iedereen er tien procent bij krijgt hebben we nog steeds hetzelfde verlies van koopkracht, kunnen we doorgaan met de dagelijkse protesten en demonstraties, want ondanks alle inkomensproblemen van de lagere economische klassen, versterkt door de nieuwe eindnota van de Eneco’s van dit land, gaan we toch vooral weer het vliegtuig in voor een all-inclusive aan een nog deze zomer door bosbranden geteisterde kust. De tweedeling in dit land groeit met de dag, vormgegeven door het stijgende aantal voedselbanken en de wachtrijen op Schiphol. Overal is een tekort aan personeel, maar altijd zitten de terrassen vol en van die tegenstellingen begin ik langzaam maar zeker tureluurs te worden.
Amber van Kassa had het gisteren over de voedselprijzen in de supermarkten en daar kwam als gebruikelijk geen enkele concrete toezegging vandaan, behalve een vinger naar de overheid dat de BTW omlaag moet, waardoor diezelfde overheid minder geld binnen krijgt, waardoor de inflatie nog eens toeneemt en Den Haag naar andere middelen moet zoeken om die tekorten weer te dekken. Na alle bespiegelingen komen we dan misschien eindelijk terecht bij de grote jongens, de rijken en de multinationals, na decennialange vruchteloze pogingen om dat doel te bereiken. Zoals Joop den Uyl het tijdens de oliecrisis in 1973 al verkondigde: ‘het zijn de sterkste schouders die de zwaarste lasten moeten dragen’. Op de invulling van die enorme waarheid wachten we nu al een halve eeuw.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie