Gadverdamme, ’t is herfst. Da’s schrikken, da’s wennen en da’s vooral de knop omzetten. Het weer is omgeslagen, ’t wordt koud, regenachtig, donker en dat vereist anticipatievermogen. Het is jezelf voorbereiden op de donkere periode, die figuurlijk toch al zo nadrukkelijk aanwezig is. Dat alles krijgt nu nog een extra lading omdat we de thermostaat lager moeten zetten, een beetje in de kou gaan zitten, want oh wee, anders wordt de rekening te hoog, de voorschotnota, om maar te zwijgen van de brute afrekening die dan ooit volgt en die als een dreigwolk boven onze gedeprimeerde hoofden hangt. Vroeger waren de marges smal, iets bijbetalen, een kleinigheid terugkrijgen, maar nadat ik vandaag van een vriendin hoorde dat ze elfhonderd ballen in de maand kwijt is aan gas en elektriciteit vond ik ’t zelf plots weer meevallen. Alles is immers betrekkelijk na dit compleet maffe jaar en eigenlijk kan het alleen maar beter worden. Toch? Niet dan? Hoop is immers de krachtbron die ons op de been houdt en die hoop lekt in de aanloop naar Prinsjesdag alweer uit met veel beloften over banale zaken als koopkracht en andere onhaalbare nonsens.
Om deze alledaagse sleur te ontvluchten heb ik vaak boeiende gesprekken met allerlei soortgenoten en afgelopen week liep ik in een dialoog aan tegen het fenomeen frequentie-illusie. Pardon? Frequentie-illusie, en nou niet meteen afhaken, want het is te leuk. Je hebt een boeiend gesprek over dondert niet welk onderwerp, je laat een paar keer de term witte dwergpoedel voorbijkomen en plots wemelt het in de straat van de witte dwergpoedels. Dat die poedel meestal een iets banaler en algemener onderwerp is doet niet ter zake en dat fenomeen is ooit onderzocht door taalkundige Arnold Zwicky die op een dag één keer kennis nam van de naam Baader Meinhofgruppe, de terreurbeweging uit Duitsland, en op diezelfde dag drie maal die naam tegen kwam. Frequentie-illusie was geboren en hoe meer je denkt hoe vaker je tegen zoiets aanloopt. Gisteren dacht ik uitbundig aan pompoensoep en pats-boem, op elke straathoek stond wel een kraam met de meest vreemdsoortige exemplaren. Dat is toch boeiend, prachtig?
Je moet jezelf wel dwingen om wat realistisch te blijven bij het in de prakrijk brengen van deze manier van denken. Mocht je dus het idee hebben om heel hard aan bokbier te denken in de maand juli, dan duurt het toch nog tot oktober voor de lekkere gerstenat-variant in de schappen voordelig ligt afgeprijsd. Ik denk dat ook Poetin veel last heeft van het verschijnsel omdat hij al sinds februari dagelijks denkt aan het leger van de Oekraïne, dat nu al bijna dagelijks aan de poorten van het Kremlin staan te rammelen.
Naast Ter Apel krijgt het eveneens Groningse Zuidbroek 500 vluchtelingen extra toegewezen, een nieuwsfeit dat zonder protesten is geaccepteerd door de lokale bevolking. Hulde! Die acceptatie werd verstevigd door de toezegging dat het lokale politie-apparaat – zeg: twee veldwachters – versterking krijgt van liefst …. twee leden van de Koninklijke Marechaussee. Illusie? Nee, echt waar. Frequentie? Eenmalig, maar te maf om het niet even mee te nemen hier.
Je gedachten kunnen overigens ook op andere wijze ongewenst van invloed zijn op de gebeurtenissen, stel ik wel eens vast. Als ik bijvoorbeeld met Hazel, onze leenhond, loop te wandelen, denk ik vaak hardop dat ie niet op de stoep van de overburen moet gaan zitten schijten, en jawel: het gebeurt, waardoor je weer met dat vermaledijde bruine zakje kunt gaan staan schrapen. De moraal van dit verhaal is dus dat ik met m’n gedachten beelden en gebeurtenissen kan oproepen en van die gave moet ik toch eens een verdienmodel gaan fabriceren.
Vandaag denk ik regelmatig dat het mooi weer wordt en je zult zien: vanaf volgende week gaat de zon weer dagelijks schijnen.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie