Afgelopen dagen was het weer flink raak. Ouwehoeren tijdens een volksfeest over de toestand in de wereld, het en passant uit de weg ruimen van de belangrijkste obstakels die verhinderen dat de huidige generaties ook de laatsten zijn, en het scheppen van voorwaarden die ervoor moeten zorgen dat we op de korte termijn niet uitdrogen of wegspoelen.
Met een biertje erbij verloopt dat soort discussies een stuk eenvoudiger, dan worden de crisisgebieden al snel overzichtelijker en het aanwijzen van zondebokken gaat met een gemak en een eenvoud waar Den Haag jaloers op zou worden.
My generation, briljante hit uit 1965 van Pete Townsend, Roger Daltrey, John Entwhistle en Keith Moon, The Who dus, die het tijdloze onbegrip van elke nieuwe generatie al helder onder woorden brachten, zij het met wat gestotter.
Het mooie, het grappige aan dit item is dat elke generatie onderhevig is aan eigentijdse inzichten, dat elke generatie ook voortdurend verandert en meebeweegt met de maatschappelijke en mondiale gebeurtenissen en dat elke generatie vooral goed voor zichzelf probeert te zorgen, niet iedereen vanuit het principe na ons de zondvloed, maar toch wel een tikkeltje egoïstisch. Mijn generatie heeft een flink aandeel gehad in de actuele problemen in de wereld, de groei was ongekend, alles kon en mocht en grenzen waren nauwelijks waarneembaar. Mijn generatie was van de grote huizen, de buitenlandse vakanties, de consumptie zonder grenzen en een groot deel van mijn generatie verwacht nu dat de volgende generatie, onze kids en kleinkids, de problemen gaat oplossen. Die generatie denkt: dikke lul, waarom jullie wel en wij niet en dus stapt men weer massaal in ‘t vliegtuig, steekt de kop in het zand en verandert er dus geen ene kloot. Aan tafel, gisteren, met wat koude kermisbiertjes, en met prachtig weer lijkt al die kommer en kwel ver weg en dan ouwehoer je er wat af, over toen, nu en straks. ‘Ik denk dat ’t wel los löp’, hoorde ik iemand verkondigen, een sterk staaltje van naïeveteit van iemand van mijn generatie.
Terwijl de lokale accordeonvereniging nog eens een truttige versie van Het stadje Kufstein in B-mineur uit de toetsen perst, proosten we op het hier en nu, want vandaag kunnen we de problemen wel even benoemen, maar de oplossing begint morgen pas, of daarna, ooit, net voor het te laat is, een gedachte die ook onze minister Hoekstra nog even koestert, nadat hij z’n oren heeft laten hangen naar een gewenste electorale wending die dat verdomde CDA denkt te moeten nemen. Dat is ook het grappige van de generaties in Albergen en omgeving, waar de eensgezindheid rond het weigeren van vluchtelingen zo’n lachwekkende vorm heeft aangenomen, dat een groot hek om de gemeente Tubbergen met een bord ‘bijna-buitenland’ nog een kwestie van tijd is.
Wij proosten nog eens, kijken om ons heen en denken vandaag vooral even niet aan morgen, want die morgens komen er immers nog genoeg. My generation, their generation, our generations, the planet will survive, with or without generations mankind. Met dat soort gedachten val ik aan het eind van een kermis-bijpraatdag in een verkwikkende slaap.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie