Lezers, graag even aandacht, we moeten voor de helderheid een paar dingen vaststellen rond de ontwikkeling van de apps, de coronasoftware, het virusdetectieprogramma, straks resulterend in een exotisch en peperduur product dat uiteindelijk niet gaat werken. Een app is louter een stukje software, dat bestaat uit code, geschreven in een programmeertaal. Daarvan zijn er tientallen en het geschreven programma, de source- of broncode, is nu al onderwerp van discussie bij de bouw van het grut. De grif betalende overheid wil dat die sourcecodes worden vrijgegeven en elke zichzelf respecterende bouwer, lees softwarebedrijf, waakt ervoor dat de opdrachtgever juist die sleutel in handen krijgt, omdat gecodeerde taal de basis vormt voor een gegarandeerde zorgenvrije toekomst, althans die van de leverancier. Vrijgeven van die code gaat dus nooit lukken, tenzij allerlei voorwaarden worden ingevuld die de exploitatie en doorontwikkeling garanderen. Zo zitten deze bedrijven in elkaar en hoewel dat misschien niet geldt voor de nerd op een zolderkamer te Gasselternijeenveenschemond die z’n ultieme talent wil beproeven in deze miljoenendans, wordt de bouw, de levering van dit stukje software een crime die de vergelijking met alle andere softwaredrama’s bij de overheid met glans kan doorstaan. Het motto is altijd hetzelfde: snel scoren en daarna de specs opstellen, waarbij de overheid het doorgaans vreselijk laat afweten, door arrogantie, door onwetendheid en niet zelden door de aanwezigheid van Eric Wiebes als stabiele faalfactor. Dit zijn geen verzinsels, maar helaas feitelijk vast te stellen treurige ontwikkelingen vanaf het moment dat de afhankelijkheid van digitaal werken grootse vormen begon aan te nemen.
Veel belangrijker is natuurlijk de statistiek van dit moment. De cijfers leren dat het moment nadert, dat we weer open kunnen en die leren ook inmiddels – daar blafte Maurice de Hond afgelopen weekend een sterk punt – dat virologen en politici te weinig kijken naar de echte omstandigheden waarin het virus zich heeft kunnen ontwikkelen en optimaal gedijt, namelijk in een atmosfeer van pakweg 8 graden Celsius en een luchtvochtigheid van rond de 90 procent. Dat was in Wuhan zo in december, dat gold voor Lombardije in januari, voor Brabant in februari en voor New York begin maart, naast de extra factor van de geglobaliseerde wereld waardoor verspreiding een makkie werd. Met die wetenschap moeten we verder, zijn evenementen als kerkdiensten en festivals taboe, maar kunnen met een stuk realisme de komende zomer weer verder. Verder moet er veel meer haast worden gezet achter de ontwikkeling van dat verdomde vaccin, waarvan het vermoeden bestaat dat de grote farmaceuten hier vele miljarden aan gaan verdienen, simpelweg een kwestie van (veel) vraag en (weinig) aanbod. Vanzelfsprekend lopen er op dit moment in de top van die concerns besprekingen over een voor allen aanvaardbare verdeelsleutel van de muntjes en ook daarbij gaat het in feite om niets meer of minder dan code, liefst ook met aantoonbare functionaliteit. Wat dat betreft zijn er amper verschillen tussen softwareboeren, farmaceuten en soortgelijke fortuinverzamelaars, branches die worden aangestuurd door uitsluitend lieden met dollartekens in de ogen, zelfs als het om het voortbestaan van de mensheid gaat.
Verder ben ik, zoals dat hoort in deze tijd, blij met kleine dingen, zoals de school van veertien kleine goudvisjes, nu nog donker, straks oranjekleurig en geen enkele weet hebbend van de wereld buiten die acht kubieke meter water in onze tuin. Ik bescherm ze voor de soms onvermijdelijke reiger, ik voer ze af en toe wat bij, tel nu al in totaal 32 exemplaren in ons buitenaquarium en constateer enthousiast dat het troebele algenwater in de kuip met de dag helderder wordt dankzij het geïmplementeerde biologische filter. Je verlegt je grenzen dus, dag in, dag uit, simpelweg omdat we in deze situatie zijn gedwongen, door China, door Italië, door dat stomme carnaval en door onwetende lieden all over the world.
Gisteren werd een simpele wandeling over de Posbank verheven tot climax en vormde de herhaling van de Amstel Goldrace van 2019 nog eens kippenvel en een brokje in de keel door die laatste superkilometers van Mathieu van der Poel. Elke kleinigheid wordt gekoesterd, een videobelletje is een hoogtepunt, net als een lekker broodje en een opgeruimde schuur. Het is surrogaat totdat we, hopelijk morgen, van Irma het sein ontvangen dat het leven een herstart krijgt. Het positieve voorgevoel houdt gelijke tred met het zonnige weer: de revival begint vanaf 28 april, met of zonder code.
See you in real life.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie