Nadat afgelopen tijd allerlei termen over het einde van de wereld voorbij kwamen, uitgebraakt door onze vredelievende wereldleiders, zakte ik steeds verder weg in een schulp van zelfverdediging, in een zoektocht naar overleven. Eergisteren resulteerde het Armageddon-verhaal van Biden in een heftige droom met nachtmerrie-achtige proporties, waarbij de kruipruimte van mijn huis was omgebouwd tot een volwaardige atoomschuilkelder.
In die ruimte onder ons huis had ik een pracht van een schuilplek aangelegd en als mijn buren me de komende weken bezig zien met het sjouwen van emmertjes zand, dan heeft dat te maken met het verder uitdiepen van die ruimte, die voor 1 januari toch wel z’n beslag moet krijgen. Zo moet het vertrek over een paar meter op stahoogte zijn, stadiepte in dit geval, is een noodstroomvoorziening essentieel, net als een paar gros batterijen. Vooral de ingang moet nog wat nog worden uitgebikt en ik denk hard na een aanvullend gangenstelsel richting Zuid-Europa.
Stel, Moskou valt Kiev morgen aan met een kernwapen, dan doet de Navo iets dergelijks met Moskou, of via een aanval op Belarus, daarna voelt Kim zich geroepen om nog eens raket af te vuren op Seoul, maar dan een echte en wordt de VS in staat gesteld om wat bommen te gooien op Pyongyang, waarna Xi te Beijing wakker wordt en Taiwan maar vast voor de zekerheid inlijft. In een paar weken tijd kunnen we klaar zijn met alle akkefietjes. Intussen liggen dan waarschijnlijk Berlijn, Parijs, Londen en Lochem plat en is de rest van Europa radioactief besmet.
Onder die 58 miljoen Europese slachtoffers lig ik in m’n bunkertje, met naast me een foto van m’n kleindochtertje. Tegen de wanden staan stellingen met bruine bonen, tonijn, veel water, een kratje bier, WC-papier en vitaminepillen. Op een elektrisch kookplaatje maak ik wat soep warm. Als lectuur heb ik op de valreep nog dertig Astérix’en de kruipruimte in gesleept, net als Het Aanzien Van, jaargangen 1950 tot en met 2021. Tijdens het verblijf beginnen zich allerlei voordelen van zo’n atoomoorlog af te tekenen. Zo hoeven we geen langebaanschaatsen met Wennemars meer te volgen, is het stikstofprobleem door de fall-out gereduceerd tot nul en zijn alle agrarische piekbelasters morsdood.
Rond 2026 verlaat ik de kruipruimte, net op tijd, want de watervoorziening, gegenereerd via de leidingen van het stadswarmtesysteem begint scheuren te vertonen, mijn zelfgegraven beerput begint vol te raken en ik ben bijna klaar met mijn autobiografie. Morgen stuur ik m’n drone naar buiten voor een verkenningsvluchtje en verder droomde ik die nacht van 150 keer proefslapen op een matras van Decupré uit Didam, beginnen m’n ouwe botten na dit avontuur wel erg stijf te worden, ondanks de oefeningen die ik aan de achterzijde van mijn verblijf vier keer per dag heb gedaan, liggend op een aftands luchtbedje. Op de wand staan inmiddels 1472 dagstreepjes gekrast en ik heb verder veel aandacht besteed aan een bijdrage aan Het Aanzien van 2025. Vrijwel alle pennen zijn leeg, de batterij van de Ipad was dat al in 2024 en met dit soort onoverzichtelijke conclusies werd ik wakker.
De droom was zo intensief, zo chaotisch en waarachtig, dat ie gisteren nog een halve dag bleef nadruppelen. Een beetje vrede zou dus wel handig zijn binnenkort, al was het maar om ons aller gemoedsrust wat te bevorderen in deze krankzinnige tijdspanne. En mocht er intussen iemand in mijn omgeving een wat luxere schuilhut hebben staan, graag een plekje vrijhouden!
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie