’t Was een opwindend weekje, als je tenminste wat gevoelig bent voor wat er om ons heen gebeurt. In mijn geval vertaalt die heisa zich doorgaans in minder nachtrust, omdat ik waarschijnlijk in het onderbewuste denk dat in de nachtelijke uren de oplossingen voor het oprapen liggen, mits je daar op dat moment wat aandacht aan besteed.
Zo zat ik me afgelopen week op te vreten over de gebeurtenissen in Brussel, die qua invulling, eensgezindheid en oplossingsrichtingen natuurlijk kant noch wal raken, maar desondanks leiden tot het licht-euforisch bijplaatsen van een aantal geldmachines om de geld- en kapitaalmarkt nog eens een forse injectie te geven. Begrijpen doen we die honderden miljarden al lang niet meer, waarschijnlijk moeten we de Europese gedachte vooral proberen vast te houden, maar tekenend voor de volledig ontspoorde schijnharmonie was natuurlijk het ontbreken van een homogeen Europees mondkapje voor de regeringsleiders, zodat iedereen met zijn of haar zelfgepunnikte exemplaar liep rond te zeulen. De vertoning was ultra-gênant, maar gelukkig bleven de treurige gezichten nu wel deels verborgen achter dat gemaskerde bal van onze grote roergangers. Vooral de Zuid-Italiaanse maffia-capo’s staan inmiddels handenwrijvend uit te kijken naar al die miljarden die daar zonder goede controle-afspraken over het land worden uitgestrooid, zonder dat er ook maar één procent verandert aan moraal, mentaliteit en gedrag.
We zakken al mopperend even af naar de eigen regio, want dorpspolitiek is iets eenvoudiger te overzien en met een beetje inspanning kun je daar als eenvoudige boerenlul nog iets aan doen, of in elk geval de gedachte daaraan overeind houden. Binnen de dorpspolikliek is in de regel een vrij eenvoudige stelregel te traceren, die doorgaans wordt gekenmerkt door het volledig ontbreken van transparantie, geregeerd door ondoorzichtige belangen van niet zelden één of enkele grotere lokale jongens, waarbij de goegemeente weliswaar steeds vindt dat er onrecht wordt gedaan aan het algemeen belang, maar waarbij de lokale politiek – lees: burger – zelf volledig onmachtig is om het ambtelijk apparaat te doorgronden, laat staan de gemeentelijke opvattingen over de invulling van de jaarbegroting te begrijpen. Voorbeeldje: in mijn eigen woonplaats wordt het woongenot van honderden, hoofdzakelijk oudere inwoners aan diggelen geslagen door de bouw van een immense kolos van de Lidl, waarbij elk weldenkend mens zich afvraagt hoe de vergunningverlening van dit gedrocht nou in godsnaam mogelijk was. In deze gemeente is men in staat gebleken alle grondige ontwikkelingen qua infrastructuur een jaar of veertig stop te zetten, in afwachting van een rondweg, ter vervanging van een Baileybrug uit 1945. In mijn voorheen florerende stadje had een andere ambtenaar kortgeleden zijn goedkeuring verbonden aan de tijdelijke vestiging van een in deze regio ogenschijnlijk populaire, maar tranentrekkende mobiele versie van de Mac, een zogenaamde TimpDrive, waarbij het idee is dat men massaal via de auto in een troosteloos weiland in de rij gaat staan om een patatje te halen bij een houten kraam, gesitueerd op een plek waar de honden geen brood van lusten en met uitzicht op een mega-melkfabriek. De dramatische gedachte dat met deze voorstelling het toeristisch rampseizoen een impuls zou kunnen krijgen heeft een houdbaarheidsperiode gekend van week of vier, want de hele kermis is inmiddels alweer afgebroken.
Maar lezers, hoogtepunt van deze merkwaardige week, om vooral positief het weekend te starten: mijn persoonlijke corona-test is negatief uitgevallen, hulde aan de GGD, en daar drinken we dit weekend maar even een lekker biertje op.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie